De Hoge Raad oordeelt dat de strafrechtelijke vervolging van een natuurlijk persoon wegens een belastingverzuim mogelijk is, nadat voor dat verzuim ook al een definitieve fiscale sanctie is opgelegd aan zijn bv.
X is indirect (enig) aandeelhouder en bestuurder van A bv die handelt in voedingssupplementen. A bv is uitgenodigd tot het doen van BTW-aangiften. De aangifte over het eerste kwartaal van 2015 doet A bv niet, zodat twee verzuimboeten van € 65 en € 50 zijn opgelegd wegens (i) de niet-(volledige) betaling op aangifte en (ii) de niet-(tijdige) indiening van de aangifte. Voor andere tijdvakken zijn steeds ten onrechte nihilaangiften gedaan. Volgens Hof ’s-Hertogenbosch staat het niet-voldoen van de materieel verschuldigde BTW en het niet-indienen van de aangifte in zodanig nauw verband met elkaar dat sprake is van hetzelfde feit. Daarom volgt voor het eerste kwartaal van 2015 de niet-ontvankelijkverklaring van het OM. Voor de meeste andere tijdvakken is er wel wettig en overtuigend bewijs van opzet door X, waardoor de Staat en de EU een belastingnadeel van € 57.510 hebben geleden. X krijgt daarom een gevangenisstraf van vier maanden. Het OM gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de strafrechtelijke vervolging van een natuurlijk persoon wegens een belastingverzuim mogelijk is, nadat voor dat verzuim ook al een definitieve fiscale sanctie is opgelegd aan zijn bv. X wordt namelijk als natuurlijk persoon vervolgd in de hoedanigheid van degene die opdracht heeft gegeven aan het door de bv begane feit of aan de verboden gedraging van die bv feitelijke leiding heeft gegeven. De enkele omstandigheid dat X destijds tegelijk bestuurder is van die bv en (via een andere bv) er enig aandeelhouder van is, maakt de beoordeling van ontvankelijkheid van het OM in vervolging niet anders. Het kan echter wel in de rede liggen om zo’n omstandigheid te betrekken bij de straftoemeting. Er is voorts een aanzienlijk verschil tussen de aard en ernst van enerzijds de feiten die aanleiding kunnen geven tot oplegging van de verzuimboeten en de onderhavige strafvervolging. Volgt (partiële) vernietiging en terugwijzing.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 69
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67b
Wetboek van Strafvordering 255
Wetboek van Strafvordering 243
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Strafrecht
Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Editie: 17 maart
Carrousel: Carrousel