Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur X terecht een verzuimboete heeft opgelegd voor het niet tijdig betalen van de motorrijtuigenbelasting. De boete wordt wel gematigd.

Aan belanghebbende, X, wordt een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd vanwege het niet betalen van de verschuldigde belasting. Tegelijkertijd legt de inspecteur een boete op. In geschil is of die boete terecht is.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur X terecht een verzuimboete heeft opgelegd voor het niet tijdig betalen van de motorrijtuigenbelasting. Het hof stelt voorop dat X zelf verantwoordelijk is voor de tijdige betaling en hij de motorrijtuigenbelasting uit eigen beweging moet voldoen. Het voorgaande neemt niet weg dat de Belastingdienst een rekening pleegt te versturen (paragraaf 33 BBBB) voor betaling van de motorrijtuigenbelasting. X stelt dat hij deze rekening nooit heeft ontvangen, maar het hof acht dit niet aannemelijk. De vraag of X vertrouwen kan ontlenen aan paragraaf 33 BBBB, in welk geval de boete zou komen te vervallen, hoeft daarom geen beantwoording meer. De inspecteur heef laten weten dat de boete moet worden verminderd van € 158 tot € 52 gelet op het Besluit van 1 september 2016, V-N 2016/46.17.18). Partijen zijn het er voorts over eens dat X een bezwaarkostenvergoeding van € 246 toekomt vanwege schending van de hoorplicht in de bezwaarfase.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 15

Algemene wet inzake rijksbelastingen 19 en 67c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Den Haag

3

Gerelateerde artikelen