Rechtbank Haarlem vindt dat Y bv opgenomen moet kunnen worden in een f.e. met X bv.

Belanghebbenden (X bv en haar kleindochter Y bv) verzoeken om voeging in een fiscale eenheid (f.e.). De inspecteur wijst dit verzoek af omdat X bv de aandelen in Y bv houdt via haar Duitse dochtermaatschappij B GmbH. B GmbH beschikt niet over een vaste inrichting (v.i) in Nederland. Rechtbank Haarlem vindt dat Y bv opgenomen moet kunnen worden in een f.e. met X bv. Volgens de rechtbank gaat de regeling, waarbij een f.e. alleen mogelijk is als een tussenhoudster in Nederland gevestigd of in Nederland over een v.i. beschikt, verder dan noodzakelijk is voor het waarborgen van de samenhang van de belastingheffing in het kader van de f.e.-regeling. De rechtbank stelt hierbij vast dat er weliswaar een gevaar van nationale dubbele verliesverrekening bestaat, maar volgens de rechtbank kan het voorkomen van de dubbele verrekening met minder beperkende maatregelen worden bereikt. De rechtbank wijst hierbij onder andere op EU-richtlijn 77/799. Op grond van deze richtlijn kunnen lidstaten van de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten alle inlichtingen verlangen die relevant kunnen zijn voor de vaststelling van het precieze Vpb-bedrag. De rechtbank draagt de inspecteur op om opnieuw op het bezwaar van belanghebbenden te beslissen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Haarlem

Editie: 29 januari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen