X drijft een eenmanszaak en houdt de aandelen in E bv. In de loop der jaren verstrekt X een bedrag van € 40.348 aan E bv. X stelt dat hij deze bedragen via zijn eenmanszaak aan E bv heeft uitgeleend, om projecten voor zijn eenmanszaak te verwerven. In 2010 wil X het bedrag van € 40.348 in aftrek brengen op zijn inkomen.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X het bedrag van € 40.348 niet ten laste van zijn inkomen in aftrek kan brengen. Het hof wijst er daarbij op dat hiervan een bedrag van € 18.000 betrekking heeft op de volstorting van de aandelen in E bv. Deze uitgave is niet aftrekbaar. Van het restant is volgens het hof niet aannemelijk geworden dat er sprake is van een geldverstrekking die in civielrechtelijke zin als lening is aan te merken. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ookhet thema De onzakelijke lening.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 12 juli