Belanghebbende, X, houdt de aandelen in C bv en is in dienstbetrekking werkzaam voor C bv. C bv heeft een managementovereenkomst gesloten met D bv. Hierin is onder andere bepaald dat X zich tegen arbeidsongeschiktheid zal gaan verzekeren, dat bij arbeidsongeschiktheid de managementvergoeding doorbetaald zal worden en dat een eventuele uitkering uit de verzekering aan D bv zal worden betaald. X sluit daarop een arbeidsongeschiktheidsverzekering af bij E en tevens bij C bv. In 2005 wordt X voor 80-100% arbeidsongeschikt verklaard. Eind 2005 komen X en C bv overeen dat het salaris normaal doorbetaald zal worden en dat de uitkering van E aan C bv zal worden uitgekeerd. De samenwerking met D bv wordt per 1 januari 2006 beëindigd. E stort de uitkeringen op een bankrekening van C bv. In zijn IB-aangifte 2008 merkt X de ontvangen uitkeringen aan als periodieke uitkeringen en brengt hij hetzelfde bedrag in aftrek als kosten van periodieke uitkeringen. De inspecteur accepteert de aftrekpost niet. In geschil is of er sprake is van negatief loon.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de uitkeringen niet zijn aan te merken als loon, maar dat ze als periodieke uitkeringen moeten worden aangemerkt. De uitkeringen vloeien volgens het hof namelijk niet voort uit de dienstbetrekking van X met C bv, maar vloeien voort uit de overeenkomst die X in privé met E heeft gesloten. Volgens het hof is er dan ook geen sprake van negatief loon. Het hof overweegt hierbij dat een meer praktische wijze van structurering van de geldstromen de enige reden was voor de verlegging van de geldstroom. De aanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.100
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 9 december