X komt in 2012 tot inkeer en informeert de inspecteur over een truststructuur die hij heeft opgezet. Naar aanleiding van een schenking van zijn vader, A, heeft X in 2004 namelijk € 2,1 mln in een trust ingebracht. De trust houdt de aandelen in B Ltd. die is opgericht naar het recht van de Bahama’s. Het vermogen is ondergebracht op een spaarrekening en een beleggingsrekening bij een Zwitserse bank ten name van B Ltd. In geschil is of het trustvermogen tot het box 2-inkomen van X behoort of tot het box 3-inkomen. X stelt dat de Ltd. fiscaal transparant is, omdat hij in relatie tot de Ltd. over het vermogen kan beschikken als ware het zijn eigen vermogen.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat B Ltd. niet als fiscaal transparant kan worden aangemerkt. De Ltd. voldoet naar Nederlandse fiscale maatstaven aan de kenmerken van een bv. Ook heeft X geen bewijsstukken overgelegd waaruit volgt dat B Ltd. slechts bewaarder van het vermogen is. X kan alleen over het vermogen van B Ltd. beschikken als ware het zijn eigen vermogen als hij over de economische eigendom beschikt van de bezittingen van B Ltd. Hetgeen X daartoe aanvoert is onvoldoende om daartoe te concluderen. Het doel van de structuur en de kwalificatie die de Zwitserse bank aan de relatie met X heeft gegeven, bewerkstelligen niet dat B Ltd. als fiscaal transparant moet worden aangemerkt. De relatie van X ten opzichte van B Ltd. is niet wezenlijk anders dan die van een dga ten opzichte van zijn bv. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Wet inkomstenbelasting 2001 4.6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 31 januari