De bewindsman zet uiteen welke afspraken zijn gemaakt:
- •.
Het kwantumpercentage is gesteld op 25% (Pijler 1)
- •.
Bindende en verplichte geschilbeslechting (Pijler 1)
- •.
Intrekking van unilaterale maatregelen (Pijler 1)
- •.
Minimumtarief van 15% (Pijler 2)
- •.
Hoogte van de substance carve-out (Pijler 2)
- •.
Uitzondering voor multinationals in de startfase van hun internationale activiteit (Pijler 2)
- •.
Verdere invulling van de subject-to-tax-rule (STTR) (Pijler 2)
Daarnaast is overeenstemming bereikt over een implementatieplan en een ambitieus tijdpad. Pijler 1 wordt geïmplementeerd via een multilateraal verdrag en via aanpassing van de nationale wetgeving. Tekst en toelichting van het verdrag moeten begin 2022 klaar zijn. Doel is om het verdrag halverwege 2022 open te stellen voor ondertekening en het verdrag per 2023 in werking te laten treden. Modelwetgeving voor nationale wetgeving wordt begin 2022 vormgegeven. Pijler 2 moet in werking treden per 2023, met uitzondering van de Undertaxed Payments Rule (UTPR) die per 2024 in werking moet treden. Het is de bedoeling dat de modelwetgeving eind november 2021 klaar is. Voor de STTR wordt een multilateraal instrument opgesteld dat halverwege 2022 klaar is. De STTR kan ook in een belastingverdrag worden opgenomen, het is de bedoeling dat de modelverdragsbepaling voor de STTR eind november 2021 gereed is.
Verder heeft Vijlbrief antwoord gegeven op vragen over de herziening van het internationale belastingsysteem. Vijlbrief gaat onder meer in op de grondslag van de minimumbelasting in Pijler 2. De komende periode worden afspraken gemaakt over de grondslag die wordt gebruikt voor de berekening van het effectieve tarief. Afgesproken is dat als uitgangspunt hierbij gebruikt wordt gemaakt van het inkomen in de commerciële jaarrekening.
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 19 oktober