Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de heer X niet is gemaand om de IB-aangifte over 2010 alsnog in te dienen, zodat de omgekeerde en verzwaarde bewijslast in zoverre niet van toepassing is. De inspecteur maakt echter voldoende aannemelijk dat X de gestelde inkomsten in dat jaar heeft genoten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Bij de woning van de heer X is begin 2013 een werkend XTC-laboratorium aangetroffen. Op het erf staan ook paardenstallen en een rijbak. Tijdens het doorzoeken van de woning zijn documenten in beslag genomen. Op basis van in beslag genomen documenten stelt de inspecteur dat X op grote schaal in paarden en vlees handelt. In geschil zijn diverse IB-navorderingsaanslagen en boetes. X stelt dat de documenten vals zijn en dat hij die heeft gebruikt om mensen op te lichten met zijn vleeshandel. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het resultaat uit overige werkzaamheden voor 2010 terecht op ruim € 4 miljoen vastgesteld. Mede op grond van de eigen verklaringen van X bij de politie en de in beslag genomen documenten over contant betalingsverkeer is aannemelijk dat X een bedrijf exploiteert. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch (V-N 2020/15.1.2) oordeelt dat X niet is gemaand om de IB-aangifte over 2010 alsnog in te dienen, zodat de omgekeerde en verzwaarde bewijslast in zoverre niet van toepassing is. De inspecteur maakt echter voldoende aannemelijk dat X de gestelde inkomsten in dat jaar heeft genoten. Het oplichtingscenario van X is voorts niet met stukken onderbouwd. De 50% boetes voor 2008 en 2009 zijn door de rechtbank terecht wegens het overschrijden van de redelijke termijn met 20% gematigd. De resterende boetes zijn passend en geboden. De beroepen van X zijn ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 9 december