Hof Amsterdam oordeelt dat X bv geen economische activiteit verricht door onderzoek te doen naar fraude en schadeclaimprocedures te voeren. Ook bestaat geen rechtstreeks verband met een eerdere of andere economische activiteit. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X BV stelt dat haar bedrijfsactiviteiten bestaan uit het onderzoek doen naar fraude bij faillissementen waar X BV en haar aandeelhouders in het verleden bij betrokken waren en dat X BV is blijven bestaan voor het afwikkelen van schadeclaims. X BV vraagt over 2013 tot en met 2018 elk jaar omzetbelasting terug. De inspecteur stelt dat X bv geen economische activiteit verricht en legt naheffingsaanslagen op. X BV gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam (V-N Vandaag 2023/495) oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslagen terecht oplegt. De werkzaamheden door X bv in het kader van procederen voor schadevergoedingen zijn geen economische activiteit. Ook toont X bv geen samenhang aan met een eerdere of andere economische activiteit. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Wet op de omzetbelasting 1968 7