Als de Belastingdienst de inlichtingen die op verzoek, automatisch of spontaan moeten worden uitgewisseld aan een andere lidstaat niet reeds in bezit heeft, wordt – al dan niet op verzoek van de verzoekende staat – een onderzoek ingesteld. De rechtsbescherming van belanghebbenden in het kader van een dergelijk onderzoek, is voldoende gewaarborgd. Tot die conclusie komt staatssecretaris Van Rij van Financiën na een onderzoek naar de rechtsbescherming in de Wet op de internationale bijstandsverlening (WIB).
Voor zowel de informatiehouder, belastingplichtige als derde niet-informatiehouder, staat de weg naar de civiele rechter open. De belastingplichtige heeft daarnaast een rechtsingang in de staat waaraan de inlichtingen zijn verstrekt als die staat aan hem een belastingaanslag oplegt. Ondanks de roep in de fiscale vakliteratuur om verdergaande rechtsbescherming voorafgaand aan de inlichtingenuitwisseling, kiest Van Rij ervoor geen wetswijzigingen voor te stellen. Een reden hiervoor is dat in EU-situaties en niet-EU-situaties termijnen zijn afgesproken waarbinnen inlichtingen moeten worden uitgewisseld. De ervaring uit het verleden leert dat het vaak niet mogelijk is binnen de geldende termijnen de gevraagde inlichtingen uit te wisselen als bezwaar werd ingesteld en om een voorlopige voorziening werd verzocht.
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 9 februari