Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de bijna 34 kilo cocaïne en het contante geld in 2016 bij X zijn aangetroffen en dat hij dus voor dat jaar niet de vereiste IB-aangifte heeft gedaan. Slechts voor 2016 wordt de bewijslast omgekeerd en verzwaard. De inkomenscorrectie en boete voor 2015 vervallen.
X exploiteert een autobedrijf en wordt in juni 2016 aangehouden met een tas, die 22,8 kilo cocaïne bevat. Bij het doorzoeken van zijn woning is nog eens 11 kilo cocaïne en € 168.120 aan contant geld gevonden. De strafrechter veroordeelt X tot vier jaar cel voor het vervoer en bezit van de cocaïne, alsmede het witwassen van € 167.120. In geschil zijn de IB-aanslagen over 2015 en 2016. Deze baseert de inspecteur op de veronderstelling dat X de cocaïne zelf heeft ingekocht voor € 35 per gram en dat hij dit in 2015 en 2016 heeft betaald. Volgens X was hij slechts een drugskoerier en was het geld ook niet van hem.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de cocaïne en het geld in 2016 bij X zijn aangetroffen en dat hij dus voor dat jaar niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Slechts voor 2016 wordt de bewijslast omgekeerd en verzwaard. De inkomenscorrectie en de boete voor 2015 vervallen. De inkomenscorrectie van 2016 van € 514.492 is redelijk, ondanks dat X niet strafrechtelijk is veroordeeld voor de handel in cocaïne. De 50% vergrijpboete wordt gematigd met 10% wegens de omkering van het bewijs en nog eens met 20% wegens het overschrijden van de redelijke termijn. Daarnaast krijgt X ook een immateriële schadevergoeding van € 2500.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 17 januari