De heer X is vanaf 13 april 2012 houder van een personenauto (camper). Op 4 februari 2014 verzoekt X telefonisch om toepassing van het kwarttarief motorrijtuigenbelasting voor kampeerauto's. In geschil is of de inspecteur het kwarttarief terecht heeft toegepast met ingang van 15 november 2013. Volgens Noord-Holland heeft de inspecteur het kwarttarief terecht laten ingaan bij de aanvang van het tijdvak waarin het verzoek is gedaan, zijnde 15 november 2013. Bij verandering van het houderschap moest destijds steeds opnieuw een aanvraag om toepassing van het kwarttarief worden gedaan. De regelgeving op dit punt is pas gewijzigd nadat X de auto had aangeschaft, zodat zijn beroep hierop niet kan baten. X gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam oordeelt dat het nieuwe art. 5aa lid 7 Uitv. besluit MRB 1994 alleen geldt voor gevallen waarin de wijziging van de tenaamstelling op of na 1 januari 2013 heeft plaatsgevonden. Anders dan X voorstaat, biedt de Wet MB 1994 of het begunstigende beleid zoals verwoord in het Kaderbesluit de inspecteur ook geen ruimte voor een verdergaande terugwerkende kracht. De omstandigheid dat X niet op de hoogte was van de wettelijke regeling moet voor zijn rekening en risico komen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 23a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 16 februari