De Poolse vennootschap Welmory sp z.o.o. sluit een samenwerkingsovereenkomst met Welmory Ltd, een Cypriotische vennootschap (WC). Op grond van deze overeenkomst moet WC een website in het Pools beheren, waarop veilingen werden georganiseerd, en moet Welmory op deze website voor eigen rekening producten ter veiling aanbieden en verkopen. Klanten kunnen echter alleen op de producten bieden als ze eerst biedcredits kopen van WC. Welmory ontvangt een vergoeding van WC voor de dienst van de verkoop van de producten en de daarmee samenhangende diensten, zoals advertenties en draagt daar geen btw over af. Volgens Welmory moet WC namelijk, als afnemer van de diensten, de btw betalen op Cyprus, de plaats van haar zetel. Volgens de Poolse belastingdienst zijn de diensten van Welmory in Polen belast, omdat WC in Polen over een vaste inrichting beschikt, waarvoor de diensten zijn verricht. De Poolse rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat WC over een vaste inrichting in Polen beschikt als deze inrichting wordt gekenmerkt door een voldoende mate van duurzaamheid en een, wat personeel en technische middelen betreft, geschikte structuur om diensten te kunnen afnemen en te gebruiken bij haar bedrijfsuitoefening. Volgens het HvJ EU is het aan de Poolse rechter om te controleren of dit het geval is. Het HvJ EU merkt hierbij nog wel op dat, als de door Welmory sp z.o.o. aangevoerde feiten juist blijken te zijn, WC geen vaste inrichting in Polen bezit. Volgens het HvJ EU beschikt WC namelijk niet over de infrastructuur die nodig is om diensten die Welmory sp z.o.o. verricht te kunnen afnemen en gebruiken bij haar bedrijfsuitoefening.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 21 oktober