X komt in hoger beroep tegen een WOZ-beschikking 2021.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een behandeling van een WOZ-zaak in hoger beroep door een enkelvoudige kamer ook mogelijk is zonder uitdrukkelijke verwijzing door een meervoudige kamer. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft door de grote instroom van met name WOZ- en BPM-zaken uit oogpunt van tijdigheid en doelmatigheid gekozen om niet elke zaak meer door een meervoudige kamer te laten behandelen. Volgens het hof volstaat de vermelding op de uitnodigingsbrief dat de zaak door een enkelvoudige kamer wordt behandeld. Een belanghebbende kan hieruit opmaken dat verwijzing naar een enkelvoudige kamer in de zin van art. 8;10a Awb heeft plaatsgevonden. Steun voor deze (pragmatische) handelwijze ontleent het hof aan de wetsgeschiedenis van het voormalige artikel 27k AWR waarin uit wordt gegaan van een eenvoudige procedure onder toezicht van een rechter (Kamerstukken II, 29 251, nr. 5, blz. 12 en Kamerstukken II, 29 251, nr. 6, blz. 14-15). Het hof benadrukt dat verwijzing naar een meervoudige kamer altijd nog mogelijk is gedurende de procedure mocht dit nodig zijn. Het hof stelt X in het gelijk en verlaagt de WOZ-waarde.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:10a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 20 juni