Het Gerechtshof Arnhem oordeelt in hoger beroep dat voor de watersysteemheffing niet beslissend is of X daadwerkelijk genot heeft van de werkzaamheden van het waterschap.

X is eigenaar van een aantal percelen die binnen zijn agrarische onderneming in gebruik zijn als weiland. Aan hem zijn aanslagen watersysteemheffing opgelegd door het Waterschap Vallei en Eem. De Rechtbank Zutphen heeft het beroep van X ongegrond verklaard. In hoger beroep is in geschil of de aanslagen terecht zijn opgelegd, daar X stelt dat hij geen genot heeft van de werkzaamheden van het waterschap.

Het Gerechtshof Arnhem oordeelt niet beslissend is niet of X genot heeft van de werkzaamheden van het waterschap, maar of de weilanden in algemene zin belang hebben bij de taakvervulling van het waterschap (vgl. HR 23 september 1998, nr. 32 559, BNB 1998/359). Volgens het hof hebben de weilanden belang bij de werkzaamheden van het waterschap. Overigens geldt na de wijziging van de Waterschapswet per 1 januari 2009 slechts een globale relatie tussen de mate van belang en de heffing. De Wet en de Verordening bieden geen ruimte om de onderhavige gronden buiten de heffing te laten om de enkele reden dat X geen genot heeft van de taakvervulling door het Waterschap. Niet is gesteld of aannemelijk geworden dat de onderhavige gronden kunnen worden aangemerkt als natuurterreinen als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Verordening.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem

0

Gerelateerde artikelen