De Hoge Raad oordeelt dat de Zweedse kentekenbewijzen de enige kenbron van de CO2-uitstoot op basis van aardgas zijn en dat die CO2-uitstoot is gemeten door een daartoe in Zweden bevoegde instantie.

X doet BPM-aangifte voor zes gebruikte Volvo’s van het type V60 en het type V70. De auto’s hebben elk blijkens de Zweedse kentekenbewijzen zowel een benzine- als een gastank (bifuel), terwijl ze alleen een Europese typegoedkeuring hebben als benzineauto (monofuel). X berekent de verschuldigde BPM op basis van de CO2-uitstoot van gas (Compressed Natural Gas, CNG of aardgas). Volgens de inspecteur is de CO2-uitstoot van benzine doorslaggevend. In geschil zijn de naheffingsaanslagen. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de uitstoot van aardgas voorrang. De vermelding op de Zweedse kentekenbewijzen volstaat voor de aanname dat die uitstoot juist is gemeten. De Staatssecretaris van Financiën stelt in cassatie dat de CO2-uitstoot alleen mag worden vastgesteld op basis van de gegevens die zijn vermeld in de Europese typegoedkeuring of in een door de fabrikant afgegeven certificaat van overeenstemming.

De Hoge Raad oordeelt dat de Zweedse kentekenbewijzen de enige kenbron van de CO2-uitstoot op basis van aardgas zijn en dat die CO2-uitstoot is gemeten door een daartoe in Zweden bevoegde instantie. Het maakt ook niet uit dat brandstoftanks voor aardgas pas zijn ingebouwd nadat de auto’s de fabriek hebben verlaten. Het beroep van de Staatssecretaris is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 6a

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hoge Raad

Editie: 24 april

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen