X bv is vanaf medio 2011 houder van een Jeep. De auto is na een controle voor de BPM aangemerkt als bestelauto. Voor de motorrijtuigenbelasting voldoet X bv op aangifte het bestelautotarief. In augustus 2014 wordt echter bij een visuele controle geconstateerd dat de auto geen tussenschot heeft, dat er ramen rondom zijn en dat er geen vlakke laadvloer is. In geschil is de MRB-naheffing en de 100% boete van € 2.314. X bv stelt dat in verband met schade door een schuivende lading er tijdelijk geen tussenschot in zat. Het vervangen heeft circa twee maanden geduurd.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv door het langdurig ontbreken van het tussenschot geen beroep kan doen op het herstelbeleid, maar dat zij zich met betrekking tot de BPM-goedkeuring als bestelauto terecht beroept op het rechtszekerheidsbeginsel. Het maakt niet uit dat de BPM een tijdstipbelasting is en de motorrijtuigenbelasting een tijdvakbelasting. De koppeling van BPM-bestelauto's met mrb-bestelauto's is namelijk uitdrukkelijk vermeld in de preambule bij het BPM-kaderbesluit (4 juni 2010, nr. DGB/2010/1670M, V-N 2010/34.13). Op grond van art. 13a lid 3 Wet BPM 1992 wordt alsnog BPM verschuldigd als niet of niet langer aan de voorwaarden en beperkingen voor de vrijstelling wordt voldaan tijdens de eerste vijf jaren na het tijdstip waarop de bestelauto is ingeschreven in het kentekenregister. Kennelijk is geoordeeld dat ook ten tijde van de controle (die binnen vijf jaren na de inschrijving heeft plaatsgevonden) nog immer aan de voorwaarden werd voldaan. Het beroep van X bv is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 13a
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 3 mei