X en zijn ex-partner zijn ieder voor de helft eigenaar van de woning die X tot 13 juli 2017 als hoofdverblijf heeft gediend. Na X’ vertrek uit de woning staat deze te koop. De woning is in 2019 verkocht. X betaalt in 2018 alle hypotheekrente. X trekt voorts in zijn aangifte IB/PVV 2018 alle rente af. De inspecteur heeft 50% van de betaalde rente in aftrek toegelaten. In geschil is of X de volledige rente in aftrek kan brengen.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur terecht slechts de helft van de geclaimde renteaftrek in aftrek toelaat. X was voor 50% onverdeeld eigenaar van de woning, zodat deze ook voor 50% als eigen woning voor X kwalificeert. Het is niet in geschil dat X alle rente heeft betaald. Maar nu X de mogelijkheid had om op basis van het echtscheidingsconvenant de helft van deze betaalde rente op zijn ex-partner te verhalen bij verkoop van de woning, drukken deze kosten niet op X. Dat X hier van heeft afgezien maakt niet dat de afspraken uit het echtscheidingsconvenant geheel terzijde moeten worden geschoven. X’ hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 11 februari
Informatiesoort: VN Vandaag