Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de 'pro memorie' opgevoerde zorgkosten ten onrechte niet nader door mevrouw X zijn gekwantificeerd. Ook als voor de aftrek van specifieke zorgkosten wettelijke forfaits gelden, ook dan moet aannemelijk worden gemaakt dat die kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.
Mevrouw X claimt in haar IB-aangifte over 2014 aftrek van uitgaven wegens specifieke zorgkosten en nagekomen boekhoudkosten in verband met resultaat uit overige werkzaamheden. Volgens Rechtbank Den Haag zijn de uitgaven voor de alternatieve genezer en acupunctuur niet aftrekbaar. Het is niet aannemelijk dat de behandelingen plaatsvinden op voorschrift en onder begeleiding van een arts of dat zij worden uitgevoerd door een erkende paramedicus. De kosten zien op inmiddels gestaakte werkzaamheden die structureel verliesgevend waren en zijn niet aftrekbaar. X gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat de 'pro memorie' opgevoerde zorgkosten ten onrechte niet nader door X worden gekwantificeerd. Ook als voor de aftrek van specifieke zorgkosten, zoals dieetkosten en uitgaven voor extra kleding en beddengoed, wettelijke forfaits gelden, ook dan moet X aannemelijk maken dat die kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.Voor 2012 en 2013 is door rechters uitgemaakt dat het resultaat uit overige werkzaamheden van X geen bron van inkomen is (zie o.a. HR 1 juni 2018, 17/06120, V-N Vandaag 2017/2842). Nagekomen kosten die op deze jaren betrekking hebben, zijn reeds daarom niet aftrekbaar. Het beroep van X is ongegrond.