Belanghebbende, X, woont in Zwitserland. In 2011 ontvangt hij een dividend van € 10 mln van zijn bv, deels in cash op een Zwitserse bankrekening, en deels middels verrekening met de rekening-courantschuld van X aan de bv. Naar aanleiding van een woonplaatsonderzoek legt de inspecteur in 2017 IB-navorderingsaanslagen 2008 en 2011 op aan X waarbij de aanvankelijke verliesverrekening wordt teruggenomen (2008) en een dividend van € 5 mln bij X in aanmerking wordt genomen (2011). X stelt dat de navorderingsaanslagen ten onrechte zijn opgelegd.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat in de navorderingsaanslag 2008 niet een verliesherzieningsbeschikking ligt besloten. Volgens de rechtbank moet voorafgaand aan een navorderingsaanslag vanwege een ten onrechte verrekend verlies een verliesherzieningsbeschikking worden genomen. Nu dit niet is gebeurd, vernietigt de rechtbank de IB-navorderingsaanslag 2008. Ten aanzien van de IB-navorderingsaanslag 2011 stelt de rechtbank vast dat X steeds zijn Nederlandse woning heeft aangehouden en dat deze woning hem in 2021 ook nog ter beschikking staat. Het hieruit voortvloeiende bewijsvermoeden, dat de persoonlijke betrekking van X met Nederland het nauwst is, heeft X niet ontzenuwd. Van belang is dat: X de Nederlandse nationaliteit heeft; de beroepsmatig werkzaamheden van X tot 2014 in Nederland werden verricht; X over een Rabobankrekening in Nederland beschikt: X meerdere keren door een tandarts en huisarts is behandeld in Nederland.
Het beroep tegen de IB-navorderingsaanslag 2011 is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.151
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 8 september