Het Hof van Justitie EU oordeelt dat geen btw-vrijstelling geldt voor de overdracht door PNC van haar vordering uit een civiele procedure. Deze overdracht kan niet worden aangemerkt als een handeling ter zake van de verlening van kredieten en de bemiddeling inzake kredieten, en het beheer van kredieten.
Het Portugese Paulo Nascimento Consulting – Mediação Imobiliária, Lda krijgt een exclusief mandaat om landbouwgrond te verkopen. Nadat PNC een koper heeft gevonden, weigert de eigenaar het koopaanbod. Ook weigert de eigenaar om de provisie van € 125.000 te betalen. De eigenaar wordt in een civiele procedure veroordeeld tot betaling van de vordering en er wordt beslag gelegd op een van zijn onroerende zaken. PNC draagt de vordering voor € 351.619,90 over aan Starplant – Unipessoal, Lda. Vervolgens betaalt PNC € 26.250 aan btw over de provisie van € 125.000, maar betaalt zij geen btw over het restant van € 200.369,90. De Portugese Belastingdienst is echter van mening dat de overdracht van de procedurele positie losstaat van de aan de btw onderworpen handeling die verband houdt met de vastgoedbemiddelingscommissie. Volgens de Belastingdienst is er sprake van de overdracht van een recht onder bezwarende titel, waarvoor geen btw-vrijstelling geldt.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat geen btw-vrijstelling geldt voor de overdracht door PNC van haar vordering uit een civiele procedure. Deze overdracht kan niet worden aangemerkt als een handeling ter zake van de verlening van kredieten en de bemiddeling inzake kredieten, en het beheer van kredieten. Het Hof van Justitie EU stelt hierbij vast dat de handeling onderworpen is aan de btw-heffing. De handeling heeft duidelijk geen betrekking op een ‘krediet’, waarbij een geldsom ter beschikking wordt gesteld tegen betaling van rente of waarbij door de leverancier uitstel van betaling van de koopprijs van een goed wordt toegestaan tegen betaling van rente ter vergoeding van dit krediet.
Lees ook het thema Diverse btw-vrijstellingen onder de loep.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 18 oktober