In 2015 wordt een pand aan X bv geleverd. Tot 2011 was het pand in gebruik als schoolgebouw en/of kantoorgebouw, waarna het heeft leeggestaan. Ook is het pand een aantal jaren vóór de verkrijging bewoond geweest, in het kader van anti-kraak. In verband daarmee hebben ongeveer zeven bewoners op het adres van het pand ingeschreven gestaan. Later in 2015 verkoopt X bv het pand, waarna de koper 80 studiowoningen in het pand realiseert. In geschil is of het pand voor de overdrachtsbelasting een woning is.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de voormalige school niet is aan te merken als een woning voor de overdrachtsbelasting. X bv onderbouwt haar stelling, dat ten tijde van de levering al een transformatie gaande was, namelijk op geen enkele wijze. Dat op het tijdstip van de levering zeven bewoners stonden ingeschreven op het adres van het pand, is niet van belang, omdat dit onvoldoende is om te kunnen concluderen dat het pand geschikt is gemaakt voor bewoning. Dit klemt des temeer nu deze bewoning kennelijk (tijdelijk) plaats vond in het kader van anti-kraak, terwijl het pand te huur en te koop werd aangeboden als kantoorruimte. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 16 juli