Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat een verliesvaststellingsbeschikking niet nodig is om niet-IB-ondernemingsverliezen te kunnen verrekenen met positieve inkomens van latere jaren. De rechtbank verwijst hierbij naar de tekst van de wet en de wetsgeschiedenis van de regeling.

In 2003 verkoopt belanghebbende, X, haar aandelen in A bv. Zij lijdt hierbij een a.b.-verlies van € 16.418. Dit a.b.-verlies is niet bij beschikking vastgesteld, omdat X het verlies niet in haar IB-aangifte 2003 heeft aangegeven. In 2011 keert B bv een dividend uit aan Y, de echtgenoot van X. Y heeft een a.b. in B bv. Het dividend wordt aan X toegerekend, die het verrekent met het a.b.-verlies uit 2003. De inspecteur weigert het verlies te verrekenen, omdat het verlies niet bij beschikking is vastgesteld.

Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat een verliesvaststellingsbeschikking niet nodig is om niet-IB-ondernemingsverliezen te kunnen verrekenen met positieve inkomens van latere jaren. De rechtbank verwijst hierbij naar de tekst van de wet en de wetsgeschiedenis van de regeling. X kan het a.b.-verlies uit 2003 volgens de rechtbank dan ook verrekenen met het in 2011 ontvangen dividend.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.50

Wet inkomstenbelasting 2001 4.49

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 22 januari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen