X bv exploiteert een timmerfabriek, en past de afdrachtvermindering onderwijs toe voor haar medewerkers die het opleidingsprogramma ‘Slimmer Produceren’ hebben gevolgd. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur LB-naheffingsaanslagen op aan X bv. Volgens de inspecteur is de afdrachtvermindering ten onrechte toegepast, omdat X bv niet voldoet aan de voorwaarden. Verder kwalificeert het opleidingsprogramma ‘Slimmer Produceren’ volgens de inspecteur niet als een beroepsopleiding in de zin van de WEB.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur en de belastingrechter bevoegd zijn om een inhoudelijk oordeel te vellen over het onderwijskundige aspect van het opleidingsprogramma ‘Slimmer Produceren’. Het hof wijst er daarbij op dat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het opleidingsprogramma ‘Slimmer Produceren’ geen kwalificatiedossier heeft opgesteld en dat geen Crebo-kwalificatie toegekend is. De inspecteur en de belastingrechter mogen dan een onderwijskundige toets aanleggen in het kader van de toepassing van de afdrachtsvermindering. Vervolgens stelt het hof vast dat X bv niet aannemelijk maakt dat het opleidingsprogramma ‘Slimmer Produceren’ onderdeel vormt van een BBL-opleiding. Verder maakt X bv ook niet aannemelijk dat de werknemers daadwerkelijk de benodigde beroepspraktijkvorming van de BBL van een beroepsopleiding hebben gevolgd. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14