Belanghebbende, X, is in de jaren 1992 - 2013 eerst voorzitter van de Raad van Bestuur van Q nv en later lid van de Raad van Commissarissen van Q nv. Zijn zoon, Y, is in de jaren 2005 - 2011 lid van de Raad van Bestuur van Q nv. Q nv doet vanaf 2002 via Z zaken op Aruba. Z is de gevolmachtigd agent voor de verzekeringsactiviteiten van Q nv op Aruba. Samen met D, de dga van Z, en E, lid van de Raad van Bestuur van Q nv in de periode 1 januari 2000 - 1 maart 2013, houden X en Y de aandelen in A nv. In 2008 draagt Q nv de Arubaanse verzekeringsportefeuille voor 1 Arubaanse gulden over aan A nv. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek naar de gang van zaken met betrekking tot de overdracht van de Arubaanse verzekeringsportefeuille, legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag 2008 met € 7 mln aan ROW-inkomsten op aan X. De inspecteur stelt daarbij dat X zich door list en bedrog een voordeel heeft doen toekomen, te weten een aanzienlijk belang in een winstgevende verzekeringsportefeuille, zonder daarvoor te hebben betaald.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur het voordeel dat is behaald bij de overname van de verzekeringsportefeuille ten onrechte bij X als ROW in aanmerking heeft genomen. Volgens de rechtbank heeft X het voordeel namelijk niet zelf in privé genoten, maar is het bij A nv opgekomen. De rechtbank wijst er daarbij op dat A nv betrokken was bij de overdracht en daarvoor ook noodzakelijk was. Gezien de bepalingen in de Wft had X in privé de verzekeringsportefeuille niet over kunnen nemen van A nv. De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 9 september