Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat het voordeel behaald met door X verrichte activiteiten voor het door haar geschreven boek, in aanmerking moet worden genomen als resultaat uit overige werkzaamheden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, houdt zich bezig met het schrijven van boeken. X doet voor het jaar 2005 aangifte IB/PVV zonder het voordeel van haar schrijverswerkzaamheden in aanmerking te nemen. Naar aanleiding van de resultaten van een boekenonderzoek legt de inspecteur een navorderingsaanslag over 2005 met boete op. Met name is in geschil of het voordeel behaald met een door haar geschreven boek in aanmerking moet worden genomen als winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden.

Hof Amsterdam (MK IV, 20 februari 2014, 12/00671, V-N 2014/20.1.2) oordeelt in hoger beroep dat het voordeel behaald met door X verrichte activiteiten voor het door haar geschreven boek, in aanmerking moet worden genomen als resultaat uit overige werkzaamheden. Anders dan de rechtbank en aanvankelijk ook de inspecteur als uitgangspunt hebben genomen, dient het behaalde resultaat te worden bepaald volgens goed koopmansgebruik. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.95

Wet inkomstenbelasting 2001 3.91

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 8 oktober

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen