Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat niet aannemelijk is dat de heer X niet in staat was om de bezwaren tijdig te motiveren, zodat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

De heer X is actief als consultant en lijdt aan de ziekte van Crohn. In 2015 worden na een boekenonderzoek diverse btw-naheffingsaanslagen en boetes opgelegd. X tekent pro forma bezwaar aan, maar verzuimt om de bezwaren te motiveren. Uiteindelijk maant de inspecteur X op 27 januari 2016 om dit binnen twee weken - dus uiterlijk op 10 februari 2016 - op straffe van niet-ontvankelijkheid alsnog te doen. De inspecteur ontvangt de motivering pas op 16 februari 2016. In geschil is of de bezwaren terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat hij begin 2016 door ziekte enige weken niet kon functioneren en dat de termijnoverschrijding dus verschoonbaar is.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat niet aannemelijk is dat X niet in staat was om uiterlijk op 10 februari 2016 de bezwaren te motiveren, zodat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Midden in zijn vermeende ziekteperiode heeft X namelijk ook nog een brief geschreven aan de inspecteur. Met betrekking tot de bezwaren tegen de boetes wordt de onjuistheid van de door X betrokken stelling bewezen geacht (vergl. HR 10 april 2009, nr. 08/02908, V-N 2009/18.17). De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 15 oktober

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen