Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslagen accijns voor rooktabak terecht zijn opgelegd aan X, die de rooktabak voorhanden had in een bedrijfsloods en een opslagruimte.

X huurt een bedrijfsloods en een opslagruimte waarin rooktabak is aangetroffen. De inspecteur legt naheffingsaanslagen accijns op voor de aangetroffen rooktabak. X stelt dat hij de rooktabak niet voorhanden had en betwist de naheffingsaanslagen. In geschil is of X de rooktabak voorhanden had dan wel bij het voorhanden hebben daarvan betrokken is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X de rooktabak voorhanden had, omdat hij de huurder is van de bedrijfsloods en de opslagruimte waarin de rooktabak is aangetroffen. De naheffingsaanslagen zijn daarom terecht aan X opgelegd. De rechtbank kent X een immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke beslistermijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de accijns 51

Wet op de accijns 2

Wet op de accijns 32

Wet op de accijns 29

Wet op de accijns 1

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 17 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

267

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen