E drijft sinds 1992 een apotheek in haar bedrijfspand. In 2006 investeert E in een pand dat zij huurt voor haar onderneming. Vanaf 8 januari 2007 wordt de apotheek gedreven vanuit het huurpand. Het bedrijfspand staat sinds maart 2007 te koop. Medio 2007 richt E belanghebbende, X bv, op. Zij brengt vervolgens haar onderneming geruisloos in X bv in. Vervolgens wordt de onderneming doorgeschoven naar G bv. Hierbij blijft het bedrijfspand achter in X bv. In 2009 verkoopt X bv het bedrijfspand, en vormt X bv een HIR voor de daarbij gerealiseerde verkoopwinst. De inspecteur laat de HIR vrijvallen ten gunste van de winst. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het bedrijfspand vanaf de oprichting van X bv (medio 2007) niet meer als bedrijfsmiddel kan worden aangemerkt. Volgens het hof behoort het pand namelijk tot de voorraad van X bv. Het hof is het dan ook met de inspecteur eens dat er geen HIR kan worden gevormd voor de boekwinst. Of er sprake is van een herinvesteringsvoornemen is dan niet meer van belang.
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur de boekwinst terecht in de belastingheffing heeft betrokken. Volgens de Hoge Raad zijn de ondernemingsactiviteiten, waarin het bedrijfspand als bedrijfsmiddel heeft gefungeerd, door de overdracht van de apothekersonderneming aan G bv, bij X bv beëindigd. Vervolgens stelt de Hoge Raad vast dat de overdracht een situatie heeft doen ontstaan waarin een boekwinst, die bij de vervreemding van het bedrijfspand in de toekomst wordt behaald, door X bv niet meer kan worden aangewend voor de aanschaffing en/of verbetering van een bedrijfsmiddel dat voor haar eenzelfde economische functie zal vervullen als die welke het bedrijfspand heeft gehad. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof.
Lees ook het thema Herinvesteringsreserve: onbelaste boekwinst voor herinvesteren in nieuwe bedrijfsmiddelen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Wet inkomstenbelasting 2001 3.54
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 6 juni