De Hoge Raad oordeelt dat het tarief van 2% voor woningen van toepassing is op de verkrijging van het appartementsrecht door X. Daarbij is onder andere van belang dat het niet meer eenvoudig mogelijk was om de onroerende zaak weer terug te brengen naar de oorspronkelijke (kantoor)functie.

X koopt een appartementsrecht op de begane grond van een pand. Het pand is in 1991 gebouwd als kantoorgebouw. In de zomer van 2016 wordt de omgevingsvergunning om het pand in woningen te kunnen transformeren onherroepelijk, en wordt met de sloop begonnen. Ten tijde van de verkrijging van het appartementsrecht op 17 oktober 2017 was de sloop op de begane grond net klaar en was de aannemer begonnen met het vervangen van de kozijnen. In geschil is het tarief voor de overdrachtsbelasting. De staatssecretaris gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat het tarief van 2% voor woningen van toepassing is op de verkrijging van het appartementsrecht door X. De Hoge Raad overweegt daarbij dat X een zakelijk recht heeft verkregen op een deel van een onroerende zaak, die bouwkundig was voorbereid op het aanbrengen van voorzieningen om het geschikt te maken voor bewoning. Verder wijst de Hoge Raad er op dat het overgedragen recht daartoe strekte en dat de geldende publiekrechtelijke voorschriften waren aangepast om die bewoning mogelijk te maken. Ook is van belang dat het niet meer eenvoudig mogelijk was om de onroerende zaak weer terug te brengen naar de oorspronkelijke (kantoor)functie.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hoge Raad

Editie: 2 december

Carrousel: Carrousel

26

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen