X bv exploiteert een attractiepark. In 1963 is X bv opgericht als een speeltuin met speeltoestellen, een zwembad en een vakantiepark met Shetland pony's. Vanaf 1980 is X bv uitgegroeid tot een veelzijdig park. In geschil is de sectorindeling vanaf 1 januari 2008. X bv is van mening dat ze in sector 35 (Gezondheid) moet worden ingedeeld, de inspecteur staat een indeling in sector 54 voor (Cultuur). Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur X bv terecht heeft ingedeeld in sector 54, omdat X bv in 2008 geen speeltuin meer is. Het hof volgt de inspecteur vervolgens in zijn standpunt dat X moet worden geassimileerd met kermissen, die in sector 54 worden ingedeeld. Aannemelijk is namelijk dat de bezoekers het attractiepark van X bv vooral bezoeken met het oog op de kermisachtige attracties. X bv gaat in cassatie en stelt dat het hof ten onrechte niet de aard van de werkzaamheden maatgevend heeft geacht.
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur X bv terecht heeft ingedeeld in sector 54. De Hoge Raad overweegt daarbij dat bij de sectorindeling van X bv moet worden gekeken naar ondernemingen die werkzaamheden verrichten die naar de aard het meest overeenkomen met de werkzaamheden van X bv. Vervolgens stelt de Hoge Raad vast dat het hof van mening is dat de feitelijke werkzaamheden van X bv naar haar aard het meest overeenkomen met de werkzaamheden van kermisgezelschappen, zodat X bv terecht is ingedeeld in sector 54. De stelling van X bv dat het hof ten onrechte niet de aard van de werkzaamheden maatgevend heeft geacht, berust daarom op een verkeerde lezing van de uitspraak. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 95
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Premieheffing
Instantie: Hoge Raad
Editie: 18 april