Erflater is geïdentificeerd als houder van rekeningen bij KBL Luxemburg. De inspecteur legt erflater (navorderings)aanslagen ib/pvv en vb met boeten op. Na het overlijden van erflater in het jaar 2013 hebben belanghebbenden, de erven X, aangegeven dat erflater inderdaad rekeninghouder was bij de KBL en gegevens van de bankrekeningen overgelegd. Naar aanleiding daarvan heeft de inspecteur alle boeten vernietigd en nieuwe berekeningen van de (navorderings)aanslagen gemaakt. De rechtbank beslist op het beroep van de erven X dat de inspecteur de navorderingsaanslagen voldoende voortvarend heeft opgelegd. De beroepen worden gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond verklaard. De erven X krijgen wel een immateriële schadevergoeding van € 8500 toegekend vanwege overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De inspecteur moet ook de proceskosten ten bedrage van € 5110,50 vergoeden. De erven X komen in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch is, net als de rechtbank, van mening dat de navorderingsaanslagen voldoende voortvarend zijn opgelegd. Het hof acht het handelen van de inspecteur passend binnen de hem toekomende vrijheid om zijn werkzaamheden op basis van eigen prioritering in te richten. Volgens het hof heeft de inspecteur met zijn handelen niet de grenzen van die vrijheid overschreden. De navorderingsaanslagen worden wel verminderd omdat de inspecteur te kennen gegeven heeft dat de helft van de KBL-correcties aan de echtgenote moeten worden toegerekend. De door de rechtbank toegekende immateriële schadevergoeding blijft gehandhaafd. Voor een vergoeding voor de behandelduur bij het hof is geen aanleiding, omdat de redelijke termijn in hoger beroep niet overschreden is.
Lees ook het thema Navordering.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16