Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv de winsten uit 2015 en 2016 kan verrekenen met haar voorvoegingsverlies uit 2010. De bepalingen waar X bv zich op beroept zijn zodanig uitvoerig, gedetailleerd en onvoorwaardelijk geformuleerd, dat X bv zich kan beroepen op een grammaticale uitleg van de artikelen.

X bv vormt een fiscale eenheid met een aantal dochtervennootschappen, waaronder naam 5 bv. De FE heeft in 2010 een verlies geleden van ruim € 2 mln. X bv houdt daarnaast buiten FE andere dochtervennootschappen, waaronder het winstgevende naam 3 bv (oud) via naam 4 bv. Eind 2014 worden naam 4 bv en naam 3 bv oud gevoegd in de FE. In 2015 richt X bv een nieuwe naam 3 bv op. De aandelen in naam 3 bv nieuw worden overgedragen aan naam 4 bv. Vervolgens vindt binnen FE een juridische fusie plaats tussen naam 3 bv oud en naam 3 bv nieuw, waarbij naam 3 bv nieuw de verkrijgende vennootschap is. Hierbij wordt verzocht om de FE ten aanzien van naam bv 3 oud niet te verbreken. Naam 3 bv oud is door de fusie opgehouden te bestaan. In haar VPB-aangiften 2015 en 2016 verzoekt X bv om de winsten te verrekenen met het voorvoegingsverlies uit 2010. Zij beroept zich daarbij op art. 15ae Wet VPB 1969, art. 15ah Wet VPB 1969, art. 5 lid 4 art. Besluit fiscale eenheid 2003 en art. 18 BFE en de grammaticale uitleg van deze artikelen. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv de winsten uit 2015 en 2016 kan verrekenen met haar voorvoegingsverlies uit 2010.

Na een grondige analyse en beoordeling van de van toepassing zijnde wetsbepalingen omtrent de verliesverrekening binnen een FE oordeelt Hof Arnhem-Leeuwarden, in lijn met de rechtbank, dat X bv de winsten uit 2015 en 2016 kan verrekenen met haar voorvoegingsverlies uit 2010. X bv beroept zich terecht op een grammaticale uitleg van de VPB-artikelen. Dat de opgezette structuur deel uitmaakt van een herstructurering met het uitsluitende oogmerk om voorvoegingsverliezen te verrekenen, is niet van belang. Ten aanzien van de afschrijving van goodwill is het gelijk aan de inspecteur. De in art. 15ah lid 2 Wet VPB 1969 neergelegde regel van fictieve winstsplitsing leidt namelijk tot een inbreuk op het uit het arrest van de Hoge Raad van 9 april 1952 (BNB B 9213), voortvloeiende systeem, waar X bv zich op beroept.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit fiscale eenheid 2003 18

Besluit fiscale eenheid 2003 5

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15ah

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15ae

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 29 augustus

Carrousel: Carrousel

122

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen