Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur de aanslag met toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast naar redelijkheid heeft geschat. Door geen aangiften te doen, heeft X met voorwaardelijk opzet gehandeld. De vergrijpboete blijft in stand. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X is samen met zijn echtgenote firmant in een vof die een rijschool exploiteert. X doet, na daartoe te zijn uitgenodigd en aangemaand, niet de vereiste aangiften IB over 2011-2013. De inspecteur legt na een boekenonderzoek (navorderings)aanslagen met vergrijpboeten op over die jaren. Tijdens het boekenonderzoek bleek de administratie gebrekkig te zijn, waardoor de heffingsgrondslag is geschat. X komt tevergeefs in bezwaar, beroep en hoger beroep.

Hof Amsterdam (V-N 2023/16.1.7) onderzoekt of de aanslag tot het juiste bedrag is geschat en of de vergrijpboete in stand kan blijven. Het hof oordeelt dat de omzetberekening op basis van de bekende informatie juist is. De grondslag voor de aanslag is met toepassing van de omkering en verzwaring van bewijslast voldoende aannemelijk gemaakt. X' beroep op vermeend gewekt vertrouwen tijdens het boekenonderzoek slaagt niet. Het hof oordeelt voorts dat X al met het niet doen van aangifte voorwaardelijke opzet kan worden verweten. Hoger beroep ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 8

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 25

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 8 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

25

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen