Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt anders dan de rechtbank dat de gemeente de opbrengsten uit het nieuwbouwproject van X bv niet te laag heeft ingeschat.

X bv vraagt in 2018 omgevingsvergunningen aan voor de bouw van 285 woningen. Dit is onderdeel van een groot project bestaande uit 1300 nieuwbouwwoningen. X bv is het niet eens met de legesaanslag die zij voor de aanvraag ontvangt. X bv stelt dat de gemeente de opbrengstlimiet heeft overschreden door zowel het aantal woningen als de bouwsom van haar nieuwbouwproject te laag in te schatten. Rechtbank Midden-Nederland gaat daarin mee voor zover het de bouwsom betreft, maar oordeelt dat correctie van de raming niet leidt tot overschrijding van de opbrengstlimiet.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt, anders dan de rechtbank, dat de gemeente de opbrengsten uit het nieuwbouwproject van X bv niet te laag heeft ingeschat. Het hof neemt als uitgangspunt dat een gemeente bij de raming van de baten uit omgevingsvergunningen voorzichtigheid mag betrachten en dat het pessimistisch inschatten van opbrengen – tenzij het een onredelijke schatting is – niet aan de gemeente kan worden tegengeworpen (HR 4 april 2014, 12/05118, V-N 2014/17.23). De bouwsom van € 150.000 per woning is niet van iedere redelijke grond ontbloot. Dat de gemeente ook in redelijkheid de begroting had kunnen maken met een hogere inschatting van het aantal woningen en een hogere bouwsom, doet aan het vorenstaande niet af. Het hof verwerpt ook de overige grieven van X bv en oordeelt dat de opbrengstlimiet niet is overschreden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 2 augustus

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen