De voorzieningenrechter van Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het verzoek van X om via een voorlopige voorziening de aanslagen te schorsen kennelijk ongegrond.

X heeft bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant beroep ingesteld tegen aanslagen forensenbelasting en zuiveringsheffing van Sabewa Zeeland. Daarna verzoekt hij de voorzieningenrechter van deze rechtbank deze aanslagen, of in ieder geval de invorderingsmaatregelen, te schorsen. Volgens X is sprake van onverwijlde spoed omdat zij vreest dat Sabewa Zeeland haar administratie niet op orde heeft en de stroom aan brieven en berichten een onevenredige belasting vormt.

De voorzieningenrechter van Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het verzoek van X om via een voorlopige voorziening de aanslagen te schorsen kennelijk ongegrond. X betoogt onder andere dat slechts een kleine minderheid van gemeenten forensenbelasting heft, de gemeente een te eng begrip ingezetene hanteert en er diverse aanslagen zijn ingetrokken (waarop vervolgens niets meer wordt vernomen of welke worden gevolgd door nieuwe aanslagen). De voorzieningenrechter acht het door X aangevoerde geen reden de aanslagen als apert lichtvaardig of onrechtmatig te beoordelen en acht zich onbevoegd voor zover het verzoek ziet op invorderingsmaatregelen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 8

Algemene wet bestuursrecht 8:81

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 20 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

286

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen