Rechtbank Gelderland oordeelt dat X BV geen herinvesteringsreserve kan vormen voor de boekwinst van € 290.000, omdat zij niet aannemelijk maakt dat er een herinvesteringsvoornemen bestaat.
X BV verkoopt in 2018 een pand voor € 290.000, met een boekwinst van € 290.000. In de aangifte VPB 2018 vormt X BV een herinvesteringsreserve (HIR) voor het gehele bedrag van de boekwinst. De inspecteur accepteert de vorming van de HIR niet en verhoogt de belastbare winst met € 290.000, omdat X BV niet aannemelijk maakt dat er op de balansdatum een herinvesteringsvoornemen bestaat. X BV stelt beroep in bij de rechtbank.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X BV niet aannemelijk maakt dat zij op de balansdatum een herinvesteringsvoornemen heeft. Het door X BV overgelegde directiebesluit wordt niet ondersteund door objectieve gegevens die blijk geven van naar buiten toe blijkende gedragingen en handelingen gericht op herinvestering. De rechtbank acht het onwaarschijnlijk dat er geen enkele schriftelijke vastlegging is van de contacten met de makelaar. De inspecteur heeft terecht de boekwinst van € 290.000 in de belastbare winst van 2018 meegenomen. Het beroep van X BV is ongegrond.
Lees ook het thema Herinvesteringsreserve: onbelaste boekwinst voor herinvesteren in nieuwe bedrijfsmiddelen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.54
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Vennootschapsbelasting
Editie: 9 april
Informatiesoort: VN Vandaag