Rechtbank Den Haag vernietigt de aan X Ltd. opgelegde VPB-navorderingsaanslagen. De inspecteur beschikt namelijk niet over het vereiste nieuwe feit. Daarnaast is de verlengde navorderingstermijn niet van toepassing.
X Ltd. is opgericht naar het recht van Cyprus. De aandelen van Z nv, de moedervennootschap van X Ltd., zijn in handen van I. X Ltd. houdt twee vorderingen. Een van € 21 mln op een zustervennootschap, en een van € 29,3 mln op I. In 2012 draagt X Ltd. beide vorderingen over aan Z nv. Naar aanleiding van een in 2015 door de inspecteur ingesteld onderzoek, stelt hij dat de vestigingsplaats van X Ltd. in Nederland is gelegen, en legt hij VPB-navorderingsaanslagen over de jaren 2006 - 2010 op aan X Ltd.
Rechtbank Den Haag vernietigt de aan X Ltd. opgelegde VPB-navorderingsaanslagen. De rechtbank is het weliswaar met de inspecteur eens dat de vestigingsplaats van X Ltd. in Nederland is gelegen, maar volgens de rechtbank beschikt de inspecteur niet over het vereiste nieuwe feit, en is de verlengde navorderingstermijn niet van toepassing. Ten aanzien van de vestigingsplaats wijst de rechtbank er op dat in 2013 reeds vragen zijn gesteld, die ook uitgebreid zijn beantwoord, maar dat na de beantwoording pas weer in 2014 nieuwe vragen zijn gesteld. Pas in 2015 is een vestigingsplaatsonderzoek ingesteld. Hierdoor is er sprake van een ambtelijk verzuim voor de jaren 2010 - 2012. Voor de jaren 2006 - 2009 is weliswaar sprake van een nieuw feit, maar is de verlengde navorderingstermijn niet van toepassing, omdat er niets buiten het zicht van de fiscus is gehouden. De rechtbank overweegt daarbij dat de inspecteur al sinds 2008 wist dat Z nv een belang in X Ltd. had en dat X Ltd. een vordering op de zustervennootschap had.
Lees ook het thema Navordering
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4