Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen heeft V&A 21-006 gepubliceerd. Dit V&A behandelt de vraag hoeveel maanden in aanmerking mogen worden genomen voor de berekening van de RVU-drempelvrijstelling in geval van mede door de werkgever gefinancierd verlof, direct voorafgaande aan pensionering op de AOW-leeftijd.

Art. 32ba lid 7 Wet LB 1964 voorziet onder voorwaarden tijdelijk in een vrijstelling van de RVU-heffing (RVU-drempelvrijstelling). De omvang van deze vrijstelling is afhankelijk van het aantal maanden tussen de (eerste) uitkering uit de RVU en het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd). De RVU-drempelvrijstelling bedraagt het in art. 32ba lid 7 opgenomen bedrag per in aanmerking te nemen maand. Het aantal maanden dat in aanmerking mag worden genomen, mag op hele maanden naar boven worden afgerond en bedraagt maximaal 36 maanden. In hoeverre de periode van verlof meetelt voor de berekening van de omvang van de RVU-drempelvrijstelling, hangt af van de vormgeving van het verlof.

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32ba

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 2 december

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen