X ontvangt in 2017 een voor de nationale belastingheffing vrijgestelde EU-pensioenuitkering. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het vrijgestelde EU-pensioeninkomen geen onderdeel is van het verzamelinkomen voor het bepalen van de inkomensgrens voor de ouderenkorting. In hoger beroep is onder meer de door de rechtbank vastgestelde ouderenkorting in geschil.
Hof Amsterdam oordeelt dat de vrijgestelde pensioenuitkering in aanmerking moet worden genomen bij het vaststellen van X’ verzamelinkomen teneinde te bepalen of hij in aanmerking komt voor het hoge bedrag van de ouderenkorting en aftrek van specifieke zorgkosten en giften. De hoge ouderenkorting is bedoeld als financiële tegemoetkoming voor ouderen met een laag inkomen ter verbetering van de fragiele inkomenspositie van deze specifieke groep. Het sociale karakter van de maatregel overheerst. Het toekennen van de hoge ouderenkorting aan X zou er toe leiden dat het sociaal bedoelde belastingvoordeel terecht komt bij personen waarvoor dit voordeel niet is bedoeld. Dit zou neerkomen op een voorkeursbehandeling van (voormalige) ambtenaren van de Unie.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 8.17
Instantie: Hof Amsterdam
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 13 september
Informatiesoort: VN Vandaag