Rechtbank Gelderland oordeelt dat vrijgestelde ritten in het kader van een APK slechts in zeer uitzonderlijke gevallen niet op dezelfde dag als de APK hoeven plaats te vinden. In casu doen deze uitzonderlijke omstandigheden zich voor.
De heer X is houder van een auto, waarvan het kenteken is geschorst. Tijdens de schorsing staat de auto in een stalling, waar X als hobby er aan sleutelt. Bij een controle constateert de politie dat ondanks de schorsing toch met de auto gebruik wordt gemaakt van de weg. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting van € 997, alsmede de 100% verzuimboete. Volgens X is die bewuste dag een vrijgestelde rit gemaakt in het kader van de APK die een maand eerder heeft plaatsgevonden.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat vrijgestelde ritten in het kader van een APK slechts in zeer uitzonderlijke gevallen niet op dezelfde dag als de APK hoeven plaats te vinden (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 11 november 2014, nr. 14/00048, V-N 2015/12.16 en Rb. Den Haag 8 november 2016, nr. 16/3803, V-N Vandaag 2017/242). In casu doen deze uitzonderlijke omstandigheden zich voor. Door het ontbreken van onderdelen kon de auto pas later worden gekeurd en hoorde X enkele dagen na de APK dat de auto was goedgekeurd. Inmiddels was X verhuisd op een afstand van 280 km van de garage en had zijn echtgenote last van een zware burn-out. Ten slotte is niet in geschil dat de auto steeds op het terrein van de garage heeft gestaan en dat het gebruik van de weg zich uitsluitend heeft beperkt tot het vervoer van de stalling naar de garage en weer terug. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 12 april