Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet tekort is geschoten in zijn samenwerking met zijn nieuwe boekhoudster. X had tijdig bij haar geïnformeerd en er was hem toen ten onrechte voorgehouden dat daaraan werd gewerkt.
X is bestuurder van een bv en via een stichting middellijk enig aandeelhouder daarvan. Over het derde kwartaal van 2015 is door de bv elektronisch geen btw-aangifte gedaan. In geschil is of X als feitelijk leidinggever door Rechtbank Oost-Brabant terecht bij verstek is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken. In hoger beroep stelt X dat de nieuwe boekhoudster van de bv de aangifte zou doen. Volgens het dossier beschikte zij toen nog niet over de inlogcodes.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet tekort is geschoten in zijn samenwerking met zijn boekhoudster. De aangifte had namelijk uiterlijk op 31 oktober 2015 moeten plaatsvinden, terwijl X die maand bij haar had geïnformeerd hoe het stond met het doen van deze aangifte, waarna hem ten onrechte was voorgehouden dat daaraan werd gewerkt. Er kan niet worden bewezen dat X (als feitelijk leidinggever) opzettelijk de aangifte niet wilde doen of de aanmerkelijke kans daarop bewust heeft aanvaard. Volgt vrijspraak.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 69