Rechtbank Rotterdam oordeelt dat bij de WOZ-waardering van een ondergronds stationscomplex in de gemeente Rotterdam alleen de tunnelbuis, de spoorbanen en het daaronder gelegen gedeelte van de betonconstructie en de ondergrond buiten aanmerking blijven. 

X is het niet eens met de WOZ-beschikking 2012 die zij heeft gekregen voor een ondergronds stationscomplex in de gemeente Rotterdam. De WOZ-waarde 2012 is door de gemeente bepaald op € 56.459.000.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat bij de WOZ-waardering van een ondergronds stationscomplex in de gemeente Rotterdam alleen de tunnelbuis, de spoorbanen en het daaronder gelegen gedeelte van de betonconstructie en de ondergrond buiten aanmerking blijven. De overige delen, zoals perrons, (rol)trappen en liften, vallen niet onder de WOZ-uitzondering voor openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, met inbegrip van kunstwerken. Dit omdat deze onderdelen niet noodzakelijk zijn om de trein ter hoogte van het station ondergronds te laten rijden. De rechtbank oordeelt verder dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van het stationscomplex aannemelijk heeft gemaakt met behulp van de bouwkosten van metrostation Wilhelminaplein. De heffingsambtenaar mocht voorbijgaan aan de taxatiewijzer stations omdat daarin alleen bovengrondse stations voorkomen. De heffingsambtenaar is terecht uitgegaan van één WOZ-object bestaande uit de Noordhal, de Zuidhal, de stationshal en de overige bestanddelen van de onroerende zaak. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2-1-d

Wet waardering onroerende zaken 16 en 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 23 juni

39

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen