Rechtbank Limburg oordeelt dat het onderscheid dat de gemeente maakt tussen watersportverenigingen en jachthavens niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.

X bv exploiteert een jachthaven en betwist een aanslag watertoeristenbelasting. Zij vindt dat de gemeentelijke verordening watertoeristenbelasting onverbindend is vanwege strijd met het gelijkheidsbeginsel. Volgens X bv zijn er geen steekhoudende redenen om haar niet gelijk te behandelen met watersportverenigingen die zijn vrijgesteld van de belasting. Rechtbank Limburg oordeelt dat de gemeente in de watertoeristenbelasting onderscheid mag maken tussen watersportverenigingen en jachthavens. De rechtbank acht aannemelijk dat leden van watersportverenigingen, anders dan gebruikers van een jachthaven, over het algemeen uit de regio afkomstig zijn en zij niet vanwege toeristische redenen van de ligplaats gebruik maken. Met inachtneming van de beperkte toets is de rechtbank van oordeel dat watersportverenigingen en jachthavens niet gelijk aan elkaar zijn en daarom is van strijd met het gelijkheidsbeginsel geen sprake. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 4

Gemeentewet 2

Gemeentewet 224

Instantie: Rechtbank Limburg

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Editie: 21 december

Informatiesoort: VN Vandaag

77

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen