Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de IB-navordering van de vrijgevallen btw-schulden geen schending van het EU-evenredigheids of verdedigingsbeginsel is.

De heer X heeft een eenmanszaak. Bij een boekenonderzoek in 2015 wordt geconstateerd dat op de balans oude btw-schulden staan. Als de btw vanwege de vijfjaarstermijn niet meer kan worden nageheven, is volgens de inspecteur in het jaar van vrijval sprake van een belaste vermogensvermeerdering. De btw-schulden van 2004 en 2005 zijn aldus nagevorderd in 2010. De btw-schulden van 2006 tot en met 2009 zijn belast in respectievelijk 2011, 2012 en 2013. Volgens Rechtbank Gelderland heeft de inspecteur bij de primitieve aanslagregelingen geen ambtelijk verzuim begaan en is er dus steeds een nieuw feit. X stelt in hoger beroep dat het in de ib-sfeer belasten van de vrijgevallen btw-schulden feitelijk neerkomt op oneigenlijke verlenging van de naheffingstermijn tot 10 jaar.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de IB-navordering van de vrijgevallen btw-schulden geen schending van het EU-evenredigheids of verdedigingsbeginsel is. Het enkele feit dat de vrijval van btw-schulden wordt belast, betekent niet dat hierop het EU-recht van toepassing is. Het verbod van détournement de pouvoir wordt in casu ook niet overtreden. De resultaten van het boekenonderzoek leveren nieuwe feiten op die de navordering rechtvaardigden. Het maakt niet uit dat de Belastingdienst al vanaf 2013 projectmatig onderzoek doet naar btw-schulden op de balans. Dit brengt niet mee dat de IB-inspecteur btw-schulden op de balans altijd moet onderzoeken. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Europees belastingrecht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 2 januari

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen