Belanghebbende, X, is getrouwd met E die als vrijwilliger werkt voor een ANBI. X claimt giftenaftrek voor de vrijwilligersvergoeding van € 1500 waarvan E vrijwilliger zou hebben afgezien. Thans staat echter vast dat van een vrijwillig afzien geen sprake is geweest. Alleen nog in geschil is of X op grond van de meerderheidsregel niettemin recht op giftenaftrek heeft. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur in de meerderheid van de voor de ANBI werkzame vrijwilligers wel giftenaftrek heeft toegestaan hoewel daar naar de letter van de wet geen aanspraak op bestond. Op grond van het gelijkheidsbeginsel krijgt X daarom ook aftrek. Het hof verwerpt de stelling van de inspecteur dat een vrijwilliger die in de aangifte de giftenaftrek niet heeft gespecificeerd geen vergelijkbaar geval is omdat niet is vast te stellen of de vrijwilligersvergoeding van € 1500 deel uitmaakt van de opgeven aftrekpost. Het hof acht aannemelijk dat deze vrijwilliger de vrijwilligersvergoeding wel degelijk heeft afgetrokken en wijst er nog op dat in de papieren aangifte de mogelijkheid tot het specificeren van giften helemaal niet bestaat. Conclusie van het hof is dat de inspecteur in ten minste 4 van de 7 vergelijkbare gevallen de juiste wetstoepassing achterwege heeft gelaten. Eén geval betreft een vrijwilliger die een bedrag van € 207 als vrijwilligersvergoeding heeft afgetrokken. Het hof acht juist vanwege de zeer geringe omvang van de aftrekpost deze vrijwilliger niet vergelijkbaar. Ten aanzien van deze vrijwilliger was een ander oordeel echter ook mogelijk geweest, aldus het hof, waardoor de stand 4-8 zou worden en de meerderheidsregel niet zou zijn geschonden.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.33
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 3 september