X bv koopt in Duitsland, Italië en België vier gebruikte personenauto's. De inkoopprijzen zijn € 24.500, € 15.200, € 30.924,37 en € 26.000. Volgens de BPM-aangiften zijn de handelsinkoopwaarden respectievelijk € 18.064, € 7.009, € 30.543 en € 26.727. De inspecteur heft BPM bij X bv na op basis van gecorrigeerde handelsinkoopprijzen van € 34.000, € 19.500, € 56.500 en € 36.000. Bij de aangiften in 2012 en 2013 is X bv steeds uitgegaan van een taxatierapport, waarbij de totale (gebruiks)schade in mindering is gebracht op de waarde van de koerslijst. In geschil is de naheffingsaanslag. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv door de gehele schade, inclusief het deel dat als gebruikssporen moet worden beschouwd, in mindering te brengen op de koerslijstwaarde dan wel een van de koerslijstwaarde afgeleide waarde, de schade dubbel aftrekt. In de waarde van een koerslijst zal namelijk reeds de gemiddelde gebruiksschade zijn verwerkt. De inspecteur maakt met de hertaxaties de gecorrigeerde handelsinkoopwaarden van auto 1 en 4 voldoende aannemelijk. De gecorrigeerde handelsinkoopwaarden van auto 2 en 3 worden in goede justitie vastgesteld op € 17.500 en € 47.000. Het beroep van X bv is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 3 december