X is eigenaar van een kantoorgebouw (bouwjaar 1965) met pantry en inpandige opslagruimte. In het pand is het makelaarskantoor van belanghebbende gevestigd. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde vast op € 176.000. X komt in beroep. Rechtbank Overijssel verklaart het beroep ongegrond.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de vastgestelde waarde aannemelijk maakt. De taxateur heeft in zijn taxatierapport voldoende toegelicht waarom en hoe hij de ‘extra grond’ in de waardering heeft betrokken. Van het totale perceel is ongeveer de helft toegerekend aan het gebruik van het kantoorgebouw (verdisconteerd in de huurwaarde). De rest van het perceel is als ‘extra grond’ aangemerkt en als zodanig in de waardering betrokken. Deze toerekening stemt overeen met het in het taxatierapport opgenomen fotomateriaal van het perceel, waarop te zien is dat ongeveer de helft van het perceel bestaat uit het kantoorgebouw en het parkeerterrein. Het hof volgt de heffingsambtenaar in zijn betoog dat de beschikte waarde ook wordt overschreden wanneer – gelet op de nieuwbouwplannen op het perceel – alleen de grondwaarde van het kadastrale perceel in aanmerking wordt genomen en aan het kantoorgebouw en het parkeerterrein een negatieve waarde moet worden toegekend (vanwege sloopkosten). Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 9 maart