Rechtbank Gelderland oordeelt dat uit de omstandigheid dat voor de woningen op het landgoed ingevolge de Wet WOZ de omliggende gronden buiten aanmerking blijven niet volgt dat de waarde van deze gronden (ook) voor de erfbelasting buiten beschouwing kan worden gelaten.

Erflaatster, mevrouw A, overlijdt in 2011. Tot haar nalatenschap behoort onder meer een erkend (opengesteld) NSW-landgoed. Op dit landgoed staan twee vrijstaande woningen. In geschil is of de waarde van de omliggende gronden van beide woningen moet worden meegenomen in de waardering van het NSW-landgoed voor de erfbelasting. Belanghebbenden, de vier erven van A, beantwoorden deze vraag ontkennend. Voor de WOZ-waarde van een woning op een NSW-landgoed blijft de rest van de onroerende zaken namelijk buiten aanmerking. Rechtbank Gelderland oordeelt dat uit de omstandigheid dat voor de woningen ingevolge de Wet WOZ de omliggende gronden buiten aanmerking blijven niet volgt dat de waarde van deze gronden (ook) voor de erfbelasting buiten beschouwing kan worden gelaten. Tijdens de parlementaire behandeling van art 21 lid 5 SW 1956 (tekst vanaf 1 januari 2010) is uitdrukkelijk aan de orde geweest dat deze bepaling alleen ziet op woningen. Er is toen onderkend dat dit zou kunnen leiden tot discussies over de waardering van niet-woningen. Desondanks heeft dit niet geleid tot aanpassing van de bepaling. Het beroep van de erven is slechts gegrond omdat de ondergrond van een carport al in de WOZ-waarde zit verwerkt. Erven in sprongcasatie (nr. 14/04091).

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 24 september

43

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen