Het Gemeenschappelijk Hof oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de waarde van de onroerende zaak moet worden vastgesteld op NAf 90.000. De aankoopprijs uit 2003 kan niet worden gebruikt omdat deze in een te ver verleden tot stand is gekomen.
De waarde van de onroerende zaak van X is voor het jaar 2019 vastgesteld op NAf 225.000. X is het hier niet mee eens. Nadat de inspecteur de waarde heeft verlaagd naar NAf 190.000, stelt het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao de waarde in goede justitie vast op NAf 175.000. X gaat in hoger beroep en stelt dat moet worden aangesloten bij de aankoopwaarde van NAf 90.000 uit 2003. De inspecteur berust in de vaststelling van het Gerecht dat hij met betrekking tot de waarde niet in zijn bewijslast is geslaagd.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de waarde van de onroerende zaak moet worden vastgesteld op NAf 90.000. De aankoopprijs uit 2003 kan niet worden gebruikt omdat deze in een te ver verleden tot stand is gekomen om bepalend te kunnen zijn voor de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2019. Ook kan de verwijzing naar de waarde van erfpachtgrond X niet baten. Voor de waardebepaling moet er van worden uitgegaan dat de verkrijger de volle en onbezwaarde eigendom zal krijgen. Ook de stelling van X, dat de buurt verschrikkelijk vies is, de onroerende zaak gebreken heeft en dat de riolering niet goed werkt, is, zonder nadere onderbouwing door bijvoorbeeld een taxatierapport, onvoldoende voor de conclusie dat de waarde van de onroerende zaak op NAf 90.000 moet worden vastgesteld. Het hoger beroep is ongegrond.
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Editie: 9 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag